De opname van de gemeente voor de 7 jarige grote verdrukking

 

Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank van een bazuin van God, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij levenden, die achterbleven,, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen.  1Thessalonicenzen 4:15-17 

In de grondtekst wordt voor weggevoerd, de betekenis weer gegeven als: met geweld grijpen, weg grissen, roven.                    Als er al een gedachte zou zijn dat wij de Here Jezus tegemoet zouden gaan in de lucht, om direct met Hem terug te keren naar de aarde, een soort onthaal dus, dan had bovenstaande grondtekst heel anders vertaald geweest. Nu staat er: met geweld grijpen, weg grissen, roven. Met het doel om het te beschermen en in veiligheid te brengen, met als bestemming: het huis van de Vader.

In Johannes 14:1-3 doet de Here Jezus een buitengewone belofte: ‘Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader zijn vele woningen, anders zou Ik het u gezegd hebben, want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn
moogt, waar Ik ben.

De Heere Jezus zegt, dat we door Hemzelf opgehaald zullen worden van deze aarde, met achterlating van alles en alle ongelovigen, en gebracht zullen worden in het huis van Zijn Vader dat door Hemzelf als woning voor ons klaargemaakt is.
In de grote verdrukking zijn er geen gelovigen meer die opgenomen zullen worden. Zij zullen hun geloof met de dood moeten bekopen.

Openbaring 13:15. En hem (Antichrist) werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood worden.  Openbaring 6 : 9 t/m 11 En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God en omwille het getuigenis dat zij hadden. En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? En aan een ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mede dienstknechten en hun broeders gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.

In Openbaring 15: 2 en 3, zien we deze groep gelovigen aan de glazen zee.                                                                                     

En de overwinnaars van het beest, van zijn beeld, van zijn merkteken en van het getal van zijn naam, stonden bij de glazen zee, met de citers van God. En zij zongen het lied van Mozes, en het lied van Het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk, zijn uw werken.

De Heilige Geest in de Gemeente is de tegenhouder van de Antichrist. 

2 Thessalonicenzen 2:5-8
En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn. Laat niemand u op enige wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als een God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. Herinnert u zich niet dat ik u deze dingen zei, toen ik nog bij u was? En u weet wat hem weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden is weggedaan. En dan (niet eerder) zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem teniet doen door de verschijning bij Zijn komst.

De Heilige Geest in de gemeente is de weerhoudende kracht, die de Antichrist tegen houdt. In 1 Johannes 4:1-6. kunnen we lezen over de geest van de antichrist, die reeds in de wereld is, maar:  "Gij hebt hem overwonnen, want hij die in u is, is meerder dan die in de wereld is. We zien hier weer de Heilige Geest in de Gemeente, dat de mens der wetteloosheid nog steeds tegen houdt. Zodra de Gemeente van de aarde is weggenomen, grijpt de duivel in de persoon van de Antichrist de macht en dat luidt de zeven jarige grote verdrukking in. De laatste ‘jaarweek’ uit Daniël 9, waarin de antichrist met geweld over deze aarde zal regeren.

De Gemeente wordt bewaard voor het uur van de verzoeking. 

Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken. Openb.3:10

Over de hele wereld komen zal. Dit is niet plaatselijk, maar wereldwijd Dit vers is een heerlijke belofte aan de gemeente te Filadelfia. Die belofte houdt in dat de gelovigen niet door de (ure der verzoeking), zullen gaan. De grondtekst
geeft de betekenis weer van: (eruit of erbuiten geplaatst worden). Het gaat niet alleen om een bewaard worden voor de verzoeking zelf, bijvoorbeeld er doorheen, zoals Noach in de ark werd bewaard. Nee vóór de ure, dan kunnen we meer denken aan Henoch, die vóór de zondvloed werd opgenomen.

Na openbaringen 5, komen we de gemeente niet meer tegen in openbaringen.

In de eerste drie hoofdstukken is de Gemeente nog op aarde. Ook gezien de brieven aan de zeven gemeenten in Azië. In hoofdstuk 4 en 5 krijgt Johannes een blik in de hemel en ziet hij daar de 24 ouderlingen. Zij vertegenwoordigen de gemeente,
die dan al bij de Heere is. In hoofdstuk 6 beginnen de oordelen van God op aarde en komen we van de gemeente niet meer tegen, Tot op het moment van de Wederkomst, wanneer de Here Jezus met Zijn Bruidsgemeente uit de hemel komt in grote kracht en heerlijkheid om Zijn koninkrijk op te richten en te regeren, de duizend jaar.

De Gemeente is niet gesteld tot toorn. We zijn met Christus gestorven en opgewekt en heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus. 1thesselonicenzen 5:9

We hebben een hemelse roeping   (Hebr. 3:1; Fil. 3:14) en hemelse zegeningen  (Ef. 1:3).                                                                Ons burgerschap is in de hemel (Fil. 3:20). We zijn met Christus gezet in de hemelse gewesten (Ef. 2:6).                              Het kan dus niet anders of de gemeente staat boven het oordeel. Dat zegt de Schrift ook namelijk: “Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld” (Joh. 3:18).

“Voorwaar, voorwaar ik zeg u: wie mijn woord hoort en gelooft Hem die mij gezonden heeft, heeft het eeuwige leven en komt niet in het oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven” (Joh. 5:24).   Bovendien zegt God van de gelovigen:                “Daarom, zo iemand in Christus is, die is een nieuwe schepping; het oude is voorbij gegaan, zie het is alles nieuw geworden” (2 Kor. 5:17).                                                                                                                                                                                               

Welnu, die nieuwe schepping (nieuwe mens) kan niet meer geoordeeld worden. De toorn, Gods straf die voor u en mij bestemd was, werd op Golgotha door onze Heiland gedragen. Geen rechter op aarde spreekt tweemaal een vonnis uit voor
hetzelfde vergrijp, het oordeel gaat aan ons voorbij. Zo heeft de Here God ons in en door het werk van Jezus Christus genade geschonken, eens voor altijd. De wereld die deze genade afwijst, zal op de dag van Zijn toorn en de toorn van het Lam vreselijk gestraft worden. De bedoeling van de toorn is dus om de aarde en allen die op de aarde wonen te straffen voor ongeloof in het Lam van God. Wij zijn daar vrij van. Het is dus duidelijk dat de gemeente bewaard wordt voor de Grote Verdrukking, omdat zij door Jezus’ bloed vrij is van het oordeel. Paulus zegt daarover: “Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn” (Rom. 5:9). “en uit de hemelen zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus, die ons verlost van de komende toorn” (1 Tess. 1:10)“want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid door onze Here Jezus Christus” (1 Tess. 5:9).

Wij als Gemeente mogen uitzien in blijde verwachting op de komst van onze Heiland en zaligmaker, Jezus Christus. Vertroost elkaar dan met deze woorden.

Albert Mol

 

Maranatha,  blijft ons wachtwoord, amen, ja Heer Jezus kom!